In een eerder artikel hebben we een aantal redenen opgesomd waarom gegevens er anders uit kunnen zien tussen UA en GA4. Eén van de redenen was gekoppeld aan de Identiteit voor rapportage en de 3 manieren om gebruikers te identificeren binnen GA4:
- Gemengd: de methode die rekening houdt met zowel geobserveerde gegevens (gebruikers-ID, Google-signalen, apparaat-ID) als gemodelleerde gegevens. Gebruikersactiviteit wordt gemodelleerd als de waargenomen gegevens niet volledig beschikbaar zijn en de Google’s toestemmingsmodus (Consent Mode) wordt geïmplementeerd
- Geobserveerd: methode die alleen rekening houdt met waargenomen gegevens (gebruikers-ID, Google-signalen, apparaat-ID). Deze methode lijkt op de Gemengde identiteitsbenadering, maar bevat geen modellering.
- Apparaatgebaseerd: methode die alleen vertrouwt op apparaat-ID als identiteitsruimte.
U kunt de Identiteit voor rapportage vinden in de property onder het Beheerder-gedeelte van GA4 (klik op 'Alles weergeven' rechtsonderin om ze alle 3 te zien):
Identificeren of modellering actief is
Als je GA4 gebruikt, is het soms moeilijk om te weten of je gemodelleerde gegevens hebt. Dat kan je controleren in Identiteit voor rapportage.
Als er geen modellering actief is:
Wanneer modellering actief is:
Bepalen of gegevens gemodelleerd zijn
Je kunt de Identiteit voor rapportage op elk moment wijzigen: het zal de manier veranderen waarop gegevens in rapporten verschijnen, met wederkerende kracht, zonder de gegevensverzameling te beïnvloeden. Dit betekent dat je op elk moment kunt wisselen tussen de drie methoden om ze te vergelijken. Het wijzigen van de rapporteringsidentiteit geen invloed op de gegevensverzameling, maar als je deze wijzigt, wees je er dan van bewust dat deze wijziging gevolgen heeft voor alle gebruikers met toegang tot de property.
Om de impact te illustreren met een praktische case: voor één van onze klanten zagen we een verschil in gegevens tussen UA en GA4. In GA4 genereerde de website 621K sessies (met de rapporteringsidentiteit ingesteld op ‘Gemengd’), terwijl UA 520K sessies rapporteerde binnen dezelfde tijdspanne. Overschakelen naar ‘Apparaatgebaseerd’ leverde 523K sessies op in GA4, wat nauwer overeenkomt met de gegevens van UA. De discrepantie tussen de gegevens kan dus worden toegeschreven aan modellering.
De juiste identiteit kiezen
De keuze van de Identiteit van rapportage hangt af van je specifieke behoeften:
- Als je UA- en GA4-gegevens wilt vergelijken, kies dan voor de ‘Apparaatgebaseerde’ methode, omdat deze sterk lijkt op UA-gegevens.
- Voor een realistische weergave van gegevens kun je de ‘Gemengde’ methode overwegen, omdat deze gegevens modelleert die niet direct kunnen worden waargenomen.
Door de rapporteringsidentiteit in GA4 te begrijpen en effectief te beheren, kunt u zorgen voor nauwkeurigere en beter bruikbare inzichten voor analyses.
Heb je ondersteuning nodig om diep in je GA4-gegevens te duiken? Neem contact op met Dit E-mail adres wordt beschermd tegen spambots. U moet JavaScript geactiveerd hebben om het te kunnen zien. of ga naar untangled.semetis.com en vul het contactformulier in.
Justine Heeren
| LinkedinDit E-mail adres wordt beschermd tegen spambots. U moet JavaScript geactiveerd hebben om het te kunnen zien.
